Missie, visie en identiteit

De missie, visie en identiteit van VOMEO zijn het vertrekpunt voor het realiseren van de ambitie en de doelstellingen.

Missie en visie

De missie beschrijft de permanente opdracht en de primaire functie van een organisatie.

Wij maken de plek en de mentale ruimte waar - voor leerlingen en voor onderwijsprofessionals - alles aanwezig is om ieders unieke, verschillende talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Die plek is de unieke ‘tussenruimte’ waar de veilige wereld van leren en ontdekken en de grote wereld van buiten elkaar ontmoeten.

Onze visie beschrijft wat we als VOMEO wil bereiken en waar we voor staan. Het gaat er bij de visie om welke kernwaarden de organisatie verbinden. De visie is dynamisch en toekomstgericht en ontwikkelt zich voortdurend.

De beste plek voor ontdekken, leren en groeien ontstaat waar leerlingen en ouders innig betrokken zijn; waar medewerkers professionele handelingsruimte krijgen; waar we helder zijn over onze ambities; en waar we iedereen om ons heen met passie meenemen in ons verhaal.

De missie en visie van de scholen is geschreven op basis van de onderstaande leidende principes.

Leidende principes missie en visie 

  1. Leerlingen worden in een uitdagende omgeving voorbereid op de toekomst. Om het beste uit hen naar boven te halen wordt aangesloten bij hun kwaliteiten en interesses. Leerlingen en ouders worden actief betrokken bij het leerproces van hun kind.
  2. Groei en ontwikkeling van medewerkers staan centraal. Er is volop aandacht voor individuele talenten en ruimte om te leren. De medewerker weet zijn vak vol passie en met oog voor verschillen tussen leerlingen, over te dragen.
  3. De werkgever geeft volop professionele ruimte aan de medewerkers. Samen leren (groei en ontwikkeling) staat hierbij centraal. Zo’n organisatie leidt tot het beste onderwijs voor onze leerlingen.
  4. De stichting is van grote meerwaarde in de regio, heeft de blik naar buiten gericht en werkt samen met anderen om het beste onderwijs voor onze leerlingen te bewerkstelligen.
  5. De stichting handelt transparant en kan hierop aangesproken worden. Dit betekent heldere communicatie naar ouders, leerlingen, medewerkers en externe partners.

Visie op sturing (besturingsfilosofie)

VOMEO biedt mogelijkheden om in de strategische beleidsvoering adequaat in te spelen op toekomstige ontwikkelingen (waaronder demografische en selectieve krimp en toenemende verticale en horizontale druk).

We hanteren daarbij de volgende leidende principes.

Leidende principes van de besturingsfilosofie 

  1. De stichting heeft voldoende kennis en kapitaal in huis om op een toekomstbestendige manier met de gevolgen van de leerlingendaling en de horizontale en verticale druk om te kunnen gaan.
  2. De sturing van de stichting is in handen van het bestuur. Het bestuur bestuurt op hoofdlijnen, en geeft ruimte aan eigen professioneel handelen van de schoolleiding: bestuur en schoolleiding denken en handelen vanuit één team.
  3. Leiderschapsontwikkeling van medewerkers is essentieel. Binnen VOMEO vindt dit plaats binnen de reikwijdte die zich bevindt tussen gespreid leiderschap en zelfsturing.
  4. Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor hun onderscheidende identiteit, een gezonde financiële positie en kwalitatief hoogstaand onderwijs.
  5. De scholen werken vanuit het idee dat zij eerst zelf vraagstukken oppakken, daarna de onderlinge samenwerking zoeken (bijvoorbeeld t.a.v. personeel) en vervolgens naar buiten treden.
  6. De dienstverlening binnen de stichting (zowel op stichtingsniveau als op schoolniveau) is kwalitatief hoogwaardig en draagt bij aan de verdere versterking van het primaire proces. 
  7. Waar (contextuele) uitdagingen te groot zijn op schoolniveau, of waar grote meerwaarde zit in het gemeenschappelijk organiseren, vindt gemeenschappelijke organisatie en aansturing plaats.

Identiteit

Er worden drie pijlers van identiteit onderscheiden:

  1. de levensbeschouwelijk identiteit,
  2. de onderwijskundige identiteit en
  3. de schoolculturele identiteit

Levensbeschouwelijke identiteit

Omdat er sprake is van bijzonder en openbaar onderwijs wordt de levensbeschouwelijke identiteit op zowel stichtingsniveau als schoolniveau gehandhaafd en geborgd. Binnen VOMEO geldt dit voor zowel de open christelijke identiteit van CSG Dingstede als het openbare karakter van Stad & Esch.  

Hierna wordt vooral nader ingegaan op de borging van de beide identiteiten op stichtingsniveau en schoolniveau.  

Borging op stichtingsniveau
De levensbeschouwelijke identiteit en het openbare karakter op schoolniveau is verankerd in de statuten. Op stichtingsniveau betekent dit dat de stichting:

  • uitdraagt dat zij twee verschillende denominaties herbergt, namelijk openbaar en open christelijk (bijzonder) onderwijs
  • in haar statuten deze tweeledige doelstelling is opgenomen, zoals is verankerd in artikel 53c van de WVO
  • in de reglementen van de (G)MR en RvT de opdracht tot de borging van identiteit beschreven is
  • de borging van het openbare karakter en de rol van de gemeente in de statuten is opgenomen

Er is geen bovenschoolse identiteitscommissie ingesteld. De medezeggenschapsraden (op schoolniveau) en de Raad van Toezicht (op bovenschools niveau) hebben een bijzondere rol t.a.v. de borging van de levensbeschouwelijke identiteit en het openbare karakter van de scholen in de stichting.

Borging op schoolniveau
De levensbeschouwelijke identiteit en het openbare karakter wordt op schoolniveau ingericht en geborgd. Het eigen karakter van de scholen (drie BRIN-nummers) blijft hierdoor behouden. Op schoolniveau wordt binnen CSG Dingstede gewerkt met een identiteitscommissie die de levensbeschouwelijke identiteit bewaakt. Het openbaar karakter van Stad & Esch wordt bewaakt door de identiteitsgroep Stad & Esch. Deze groep wordt op pagina 8 onder schoolculturele identiteit nader beschreven.

Onderwijskundige identiteit

Voor wat betreft de onderwijskundige identiteit zijn er veel overeenkomsten tussen de scholen. Waar mogelijk worden verbindingen gelegd tussen de scholen om enerzijds de onderwijskundige profilering (onderwijsconcept en onderwijsaanbod) en anderzijds de onderwijskwaliteit te garanderen en naar een (nog) hoger niveau te tillen.  

Schoolculturele identiteit

De schoolculturele identiteit is een belangrijk onderdeel van het karakter van de scholen en tegelijkertijd moeilijk in woorden uit te drukken. Het is het gevoel dat leerlingen, ouders en medewerkers krijgen als zij de school binnen lopen. De school past dan goed, of de klik is er niet. Leerlingen voelen zich er thuis of niet. Binnen beide scholen zijn er groepen medewerkers betrokken bij strategische thema’s zoals de missie, visie en identiteit van de scholen. Bij Stad & Esch is dat in 2010 begonnen met een groep medewerkers uit school. Omdat deze groep voor de eerste keer in Diever bij elkaar kwam is de naam Diever-groep ontstaan. De afgelopen jaren is deze groep bij diverse strategische thema’s bijeengekomen. Inmiddels heet de groep door wisselende samenstellingen: Diever-4. De afspraak die vanaf het begin is gemaakt luidt: als je de groep wil verlaten, zorg je voor opvolging en benader je daarvoor een collega, met als gevolg een groep samengesteld uit én namens het personeel. Voor CSG Dingstede is in het kader van de herijking van de strategie gekozen voor een soortgelijke aanpak. De groep heeft daar ook de naam gekregen van de plek van de eerste bijeenkomst: de Eesegroep. Beide groepen bewaken op schoolniveau de identiteit.

Pijlers van ons personeelsbeleid

Uitgangspunten voor ons handelen:

  1. Als één persoon bezwaar heeft, staan we er bij stil.
    (voorkom de dictatuur van de meerderheid)
  2. We geven advies, maar laten de verantwoordelijkheid bij de uitvoerder(s).
    (durf je (als leidinggevende) uit te spreken, maar leg je uitspraken niet op)
  3. We delen onze zorgen plenair en gaan daarover de dialoog aan.
    (bespreek in openheid en niet buiten de betrokkenen om)
  4. Fouten maken mag, er van leren moet.
    (een lerende cultuur zoekt naar redenen en motieven, niet naar schuld en schuldigen, als een kans om te leren)
  5. Elke rolverdeling is tijdelijk.
    (ieder verdient een kans op een rolvervulling en je moet met een taak kunnen stoppen als je bent uitgeleerd of het niet bevalt)